How do I say this in dutch? ?

Question

I'm learning dutch.

I live in Canada.

My grandfather was from the Netherlands, that is the reason why I'm learning dutch.

I'm not good at making phrases in dutch.

I am of dutch descent.

My uncle is greek.

How is your sister?

Answer 1

I had to modify some of the questions to make it easier for me to translate.

I'm learning Dutch. - Ik leer Nederlands.

I live in Canada. - Ik woon in Canada.

My grandfather was from the Netherlands, and that is why I'm learning Dutch.

Mijn opa was uit Nederland, en dat is waarom ik leer Nederlands.

I am not good with phrases in Dutch. - Ik ben niet goed met zinsdelen in Nederlands.

My uncle is Greek - Mijn oom is een Griek.

How is your sister? - Hoe gaat het met u zuster?

Answer 2

I'm learning dutch.

Ik leer Nederlands

I live in Canada.

Ik woon in Canada

My grandfather was from the Netherlands, that is the reason why I'm learning dutch.

Mijn opa kwam uit Nederland, vandaar dat ik Nederlands wil leren

I'm not good at making phrases in dutch.

Ik ben niet zo goed in het maken van Nederlandse zinnen

I am of dutch descent.

Ik ben van Nederlandse afkomst

My uncle is greek.

Mijn oom is een Griek

How is your sister?

Hoe gaat het met je zus?

Polite form: Hoe gaat het met uw zus?

('Hoe gaat het met u zuster?' means 'how are you nurse?')

Answer 3

  



Hi!

Hoi!



Good Morning!

Goeiemorgen!



Good Evening!

Goeienavond!



Welcome! (to greet someone)

Welkom!



How Are You?

Hoe gaat het met je?



I'm Fine, Thanks!

Het gaat goed met me, dank je!



And You?

En met jou?



Good/ So-So.

Goed / Zo-zo



Thank You (Very Much)!

Dank je / Bedankt (thank you very much= Heel erg bedankt)



You're Welcome! (answering "thank you")

Graag gedaan.



Hey! Friend!

Hey vriend!



I Missed You So Much!

Ik heb je zo erg gemist.



What's New?

Heb je nieuws?



Nothing Much

Niets speciaals (answer for “heb je nieuws”)



Good Night!

Goeienacht!



See You Later!

Ik zie je later nog !



Good Bye!

Goeiedag nog!

I'm Lost

Ik ben de weg kwijt



Can I Help You?

Kan ik je helpen?/ Kan ik U helpen? (polite)



Can You Help Me?

Kan je me helpen?/ Kan U me helpen? (polite)



Where is the (bathroom/ pharmacy)?

Waar is de (badkamer/ apotheek)?



Go Straight! Then Turn Left/ Right!

Rechtdoor gaan, dan naar links /rechts.



I'm Looking For John.

Ik ben op zoek naar John.



One Moment Please!

Een ogenblik alstublieft.



Hold On Please! (phone)

Blijf even aan de lijn alstublieft.



How Much Is This?

Hoeveel kost dit?



Excuse Me ...! ( to ask for something)

Mag ik even wat vragen?



Excuse Me! ( to pass by)

Excuseer!



Come With Me!

Kom met me mee!



Personal Info:

  



Do You Speak (English/ Dutch)?

Spreek je/ Spreekt U (polite) (Engels/Nederlands)?



Just a Little.

Slechts een beetje



What's Your Name?

Wat is je/ uw (polite) naam?



My Name Is ….

Mijn naam is …



Mr.../ Mrs.…/ Miss…

Mr…/ Mw… (all ladies are called Mw = Mevrouw)



Nice To Meet You!

Leuk je/ U (polite) te ontmoeten.



You're Very Kind!

Dat is heel vriendelijk



Where Are You From?

Van waar ben je/ U (polite) afkomstig?



I'm From (the U.S/ Holland)

Ik ben van (de V.S. / Nederland)



I’m (American/ Dutch)

Ik ben {Amerikaan/ Amerikaanse (female)}



Where Do You Live?

Waar woon je?/ Waar woont U? (polite)



I live in (the U.S/ Holland)

Ik woon in (de V.S./Nederland)



Did You Like It Here?

Vond je het leuk hier?



Holland Is a Wonderful Country

Nederland is een prachtig land



What Do You Do For A Living?

Wat is je beroep?



I Work As A (Translator/ Businessman)

Ik werk als (Vertaler/ Zakenman)



I Like Dutch

Ik hou van de Nederlandse taal



I've Been Learning Dutch For 1 Month

Ik ben sinds 1 maand Nederlands aan het leren.



Oh! That's Good!

Oh! Dat is goed !



How Old Are You?

Hoe oud ben je?



I'm (twenty, thirty…) Years Old.

Ik ben (twintig, dertig...) jaar



I Have To Go

Ik moet nu gaan.



I Will Be Right Back!

Ik ben zo terug.



Wishes:

  



Good Luck!

Veel geluk!



Happy Birthday!

Gelukkige verjaardag!



Happy New Year!

Gelukkig Nieuwjaar!



Merry Christmas!

Zalig Kersmis!



Congratulations!

Gefeliciteerd!



Enjoy! (For meals…)

Smakelijk!



I'd Like To Visit Holland One Day

Ik zou ooit Nederland eens willen bezoeken



Say Hi To John For me.

Doe John de groeten van me.



Bless you (when sneezing)

Gezondheid!



Good Night & Sweet Dreams!

Goeienacht en droom zacht.



I'm Sorry! (if you don't hear something)

Excuseer, wat zei U daarnet?



Sorry (for a mistake)

Sorry!/ Het spijt me



No Problem!

Geen probleem!



Can You Say It Again?

Kan je/ U (polite) dat even herhalen?



Can You Speak Slowly?

Kan je/ U (polite) trager spreken?



Write It Down Please!

Wil je/ U (polite) dat even opschrijven!



I Don't Understand!

Ik begrijp het niet



I Don't Know!

Ik weet het niet



I Have No Idea.

Ik heb geen idee.



What's That Called In Dutch?

Hoe heet dit in het Nederlands?



What Does "dank" Mean In English?

Wat betekent “dank” in het Engels?



How Do You Say "Please" In Dutch?

Hoe zeg je “Please” in het Nederlands?



What Is This?

Wat is dit?



My Dutch Is Bad.

Mijn Nederlands is slecht



I need to practice my Dutch

Ik moet mijn Nederlands oefenen.



Don't Worry!

Maak je geen zorgen.



Expressions & Words:

  



Good/ Bad/ So-So.

Goed / Slecht / Zo-Zo



Big/ Small

Groot/ Klein



Today/ Now

Vandaag/ Nu



Tomorrow/ Yesterday

Morgen/ Gisteren



Yes/ No

Ja/ Nee



Here You Go! (when giving something)

Alsjeblief!/ Alstublieft! (polite)



Do You Like It?

Vond je dit leuk?



I Really Like It!

Ik vind dit echt leuk.



I'm Hungry/ Thirsty.

Ik heb honger/ dorst



In The Morning/ Evening/ At Night.

‘s morgens / 's avonds / ‘s nachts



This/ That. Here/There

Dit/ Dat. Hier/Daar



Me/ You. Him/ Her.

Mij/ Jou. Hem/ Haar.



Really!

Echt!



Look!

Kijk!



Hurry Up!

Haast je!



What? Where?

Wat? Waar?



What Time Is It?

Hoe laat is het?



It's 10 o'clock. 07:30pm.

Het is 10 uur. Het is 7u30 in de namiddag.



Give Me This!

Geef me dit!



I Love You!

Ik hou van jou.



I Feel Sick.

Ik voel me ziek.



I Need A Doctor

Ik heb een dokter nodig.



One, Two, Three

Een, twee, drie



Four, Five, Six

Vier, vijf, zes



Seven, Eight, Nine, Ten

Zeven, acht, negen, tien



:]